Rick was in de voortuin bezig met het snoeien van de heg. Dennis ging voor de heg zitten en keek omhoog. “Rick?”, riep hij. Rick keek op, maar zag niemand. “Rick, hier!”, zei Dennis. Hij keek nog eens en haalde verbaasd zijn schouders op. Dennis was de tuin in gelopen en op het krukje gesprongen waar Rick’s shirt op lag.
“Rick, ik ben het”, probeerde Dennis
weer. Hij herkende nu Dennis’ stem. “Dennis?”, vroeg hij, toen hij naar de
kat keek. “Ja”, antwoordde Dennis. “Ze heeft me in
een kat veranderd.” “Ze heeft je...”, lachte Rick. “Lach niet”, zei Dennis boos, en hij
sloeg met zijn poot. “Sorry!”, zei Rick. Hij schraapte zijn
keel en probeerde ernstig te blijven. “Wil je me helpen?”, vroeg Dennis. “En
kan ik hier even blijven?” “Je kunt hier best even blijven”,
antwoordde Rick. “Maar hoe kan ik je helpen?” “Probeer mijn vader te vertellen wat er
gebeurd is en probeer hem dan hier te krijgen.” “Ik zal het proberen”, zei Rick. “Maar
eerst moet ik jou verbergen.” “En een schoteltje melk graag”,